Op 29 december 2017 werd de Programmawet in het Staatsblad gepubliceerd. Die zorgde voor heel wat nieuwigheden op fiscaal en financieel vlak. Waaraan mag u zich verwachten?
De tarieven in de vennootschapsbelasting gaan naar beneden. Dit gebeurt in twee fasen:
Voor boekjaren die starten vanaf 1 januari 2018 (aanslagjaar 2019)
Daling basistarief
Het basistarief in de vennootschapsbelasting verlaagt van 33,99% naar 29,58%. In deze percentages is de aanvullende crisisbijdrage (die daalt van 3 naar 2%) al opgenomen.
Voordelig kmo-tarief
Kmo’s kunnen een tarief in de vennootschapsbelasting genieten van 20,40% op hun eerste winstschijf tot € 100.000. Er moeten dan wel een aantal voorwaarden vervuld zijn. Zo dient de vennootschap een minimale bedrijfsleidersbezoldiging uit te keren van € 45.000.
De voorwaarde voor de minimale bedrijfsleidersbezoldiging is niet van toepassing
Als de vennootschap een te lage bedrijfsleidersbezoldiging stort, dan wordt er een bijkomende bijzondere aanslag geheven van 5,1% op het “tekort” aan bezoldiging. Vanaf aanslagjaar 2021 wordt deze bijzondere aanslag verhoogd tot 10% en … is aftrekbaar als beroepskost.
Ruimer dividend in combinatie met verlaagd tarief mogelijk
Een vennootschap die tot nu toe meer dan 13% van het gestorte kapitaal aan dividenden uitkeerde, verloor het recht op het verlaagde tarief. Deze regel wordt afgeschaft.
Vanaf 1 januari 2020 (aanslagjaar 2021)
Het basistarief daalt verder tot 25%. De aanvullende crisisbijdrage wordt afgeschaft.
De notionele intrestaftrek wordt voortaan berekend op basis van de aangroei van het eigen vermogen, en niet langer op het totale eigen vermogen.
De minimale belastbare basis verhoogt. Voor 2018 en 2019 bedraagt die € 34.000, vanaf 2020 € 40.000. Bij een herhaalde inbreuk wordt er een extra bestraffing voorzien.
Het niet-voorafbetalen van de vennootschapsbelasting wordt een pak duurder bestraft. De basisrentevoet waarop het vermeerderingspercentage berekend wordt, verhoogt immers, waardoor de belastingvermeerdering minstens 6,75% wordt in plaats van 2,25%.
De eenmalige investeringsaftrek wordt voor 2018 en 2019 verhoogd van 8% tot 20%. Dit geldt voor kmo’s en eenmanszaken.
De bijzondere socialezekerheidsbijdrage, ook gekend als de Wijninckx-bijdrage, verdubbelt van 1,5 tot 3%. Deze bijdrage wordt geheven op het premiegedeelte voor het aanvullend pensioen van een bedrijfsleider dat hoger ligt dan € 31.836 (bedrag voor 2017).
Zelfstandigen die arbeidsongeschikt zijn door een ziekte of ongeval, krijgen een uitkering na twee weken. Voordien was dit na een maand.
Ook zelfstandigen zonder vennootschap (eenmanszaken) kunnen voortaan een pensioenplan (de Pensioenovereenkomst voor Zelfstandigen (POZ)) onderschrijven naar analogie met de individuele pensioentoezegging (IPT, voor zelfstandigen met een vennootschap). De premies zijn fiscaal aftrekbaar a rato van 30%.
Pensioensparen kan voortaan op twee manieren:
De beurstaks op aandelen stijgt van 0,27% naar 0,35%. De beurstaks op obligaties gaat van 0,09% naar 0,12%.
Hebt u hierover vragen, contacteer uw dossierbeheerder dan zeker!
22 januari 2018
Akanta houdt zijn klanten steeds op de hoogte van de fiscale actualiteit via onze e-newsletter. We doen ons best om onze nieuwsbrieven kort, overzichtelijk en leesbaar te houden. Dit houdt in dat we geen uitgebreide wetteksten of eindeloze details opnemen. Uiteraard zijn wij altijd bereid om deze verder met u te bespreken. Neem daarvoor contact op met uw dossierbeheerder.
Bij Akanta beseffen we dat stilstaan achteruitgaan is. We leveren dan ook heel wat inspanningen om onze eigen activiteiten te optimaliseren en de service naar onze klanten te vernieuwen. Zo beschikken we over heel wat interessante elektronische tools (boekhoud- en facturatiepakket, Codabox ...) die ons toelaten om op een snelle en efficiënte manier gegevens uit te wisselen. Dit levert ons en u heel wat tijdswinst op en werkt dus kostenbesparend. Uiteraard volgen we alle nieuwe evoluties op de voet om zo maximaal te kunnen inspelen op nieuwe kansen.